Uitgifte 09-1992 zonder logo 75 rechts bovenzijde
Lambik koopt voor de verjaardag van tante Sidonia op een rommelmarkt een coco-de-mer, een bijzonder soort kokosnoot, die alleen maar op de Seychellen in een vallei voorkomen. Tante Sidonia is echter niet zo bijster blij met het geschenk van Lambik, waardoor hij kwaad word. Hij verlangt het cadeau terug en daarbij valt de kokosnoot op de grond en is natuurlijk kapot. Tot hun verbazing vinden ze in de kokosnoot een gouden medaillon met een stukje beschreven perkament erin. Het medaillon blijkt van Levasseur, een beruchte piraat, die in de 18e eeuw de Indische oceaan onzeker maakte, te zijn. Op het perkament staat iets van een schat. Lambik, nog steeds kwaad, neemt het medaillon en gaat ermee, ondanks prof. Barabas' weigering, naar het verleden d.m.v. de teletijdmachine. In de 18e eeuw aangekomen, krijgt Lambik het aan de stok met piraten, die hem willen laten verdrinken. De prof heeft ondertussen onze vrienden gewaarschuwd en die maken zich meteen op weg naar de Seychellen met armbanden, die ook mensen naar het verleden kunnen brengen. Op de Seychellen aangekomen, laat een inheemse tovenaar hen zien, dat Lambik in de 18e eeuw in gevaar is. Onze vrienden flitsen daarop meteen naar het verleden en vinden daar een verwilderde Lambik. Na enige avonturen met piraten beleefd te hebben ontdekken ze uiteindelijk de schat van Levasseur, de piraat, in een grot. De schat echter wordt bewaakt door een reusachtig, vliegend, op een rog lijkend gedrocht. Na een geweldig gevecht met Jerom stort de grot in met schat en al. Jerom is gelukkig ongedeerd gebleven en onze vrienden flitsen weer naar het heden.
